Wat komt er allemaal kijken als je op een hoger niveau wilt pokeren? Om op die vraag een antwoord te geven heb ik dit artikel geschreven, veel plezier er mee. Iedereen kan leren pokeren, maar er echt goed in worden is niet zo eenvoudig als je misschien denkt. Er zijn enkele vaardigheden nodig om een topspeler te worden en het vergt veel oefening om die de knie te krijgen.
Je pokerontwikkeling
Je zult in het begin vaak denken dat het pech of geluk is dat bepaald wie er de pot pakt, maar dat is voor een deel waar. Op de lange termijn heeft iedereen evenveel geluk en pech, je kunt dus pas na enkele maanden ontdekken of je goed speelt.
Het is logisch dat je niet iedere pot kan winnen, zeker als beginner niet. Je schat meestal slecht in hoe groot de kans is dat je de pot kunt winnen en spekt de pot vaak onnodig. De kunst is dus om je kaarten weg te gooien – of folden zoals dat bij poker wordt genoemd – als je niet kansrijk bent om de pot te winnen. Natuurlijk is het makkelijk om je kaarten weg te doen als je niets hebt. Het wordt lastig als je wel wat hebt, maar niet zeker bent of je de beste hand hebt. Wij leren je om op de juiste momenten te spelen of je kaarten weg te doen.
Bij poker wint niet altijd degene met de beste hand, je tegenstanders hebben regelmatig geen tophand dus kun je potten stelen door te doen alsof je wat hebt dat heet bluffen. Het is in de meeste gevallen belangrijker wat voor hand je tegenstanders hebben dan wat je zelf hebt. De topspelers maken hier goed gebruik van en het levert ze vele potten op die ze anders waarschijnlijk niet gewonnen hadden. Bestudeer je tegenstanders daarom zorgvuldig en maak eventueel aantekeningen van hun speelstijl zodat je door krijgt op welke manier je van hen kunt winnen.
Het spel aan de pokertafel
Er zijn goede en minder goede posities aan tafel, professionele pokerspelers maken hier gebruik van. Je kunt als je in de juiste positie zit zelfs handen spelen die je anders zou folden. Het is bij poker gunstig om in late positie te zitten, omdat je dan informatie hebt over de andere spelers omdat ze hun keuze al hebben moeten laten zien. Speelt er bijna niemand, dan kun je met een matige hand de flop bekijken. Heeft er echter iemand flink ingezet dan gooi je de matige handen snel weg. De eerste positie is dus ongunstig, omdat er nog veel mensen na je komen die een betere hand kunnen hebben, speel in die positie dus alleen de tophanden.
Vervolgens is het aantal spelers dat er aan je tafel zit belangrijk. Het maakt veel uit hoeveel mensen er nog meespelen omdat bepaalde starthanden sterker worden bij het slinken van het aantal spelers aan tafel. De kans dat een van je tegenstanders een betere hand heeft, is tenslotte kleiner, tegen weinig tegenstander kun je meer handen spelen. Je zult trouwens wel moeten, want in een toernooi komen dan de blinds ook vaker langs. Speel je dan alleen tophanden raak je snel je pokerchips kwijt aan de verplichte blinds.
Heb je kans om te winnen?
Poker is kansberekening en het inschatten van je tegenstanders. De kansberekening in poker is niet heel moeilijk, er zitten 52 kaarten in een spel kaarten. De twee kaarten die je in handen krijgt zijn bekend. Verder kan iedereen natuurlijk de kaarten op tafel zien. Na de flop zijn er voor je dus vijf kaarten bekend. Er zijn dus nog 47 kaarten die nog kunnen komen. Het is nu dus belangrijk om uit te kunnen rekenen hoe groot de kans is dat de kaart(en) die je nodig hebt vallen. Daarvoor moet je weten hoeveel kaarten er zijn die je combinatie maken. Het aantal kaarten dat er nog beschikbaar is je hand te verbeteren noemen we outs.
Het kan zijn dat je tegenstanders die kaarten in hun handen hebben, maar dat maakt voor de kansberekening niet uit. Je kunt op deze manier uitrekenen hoeveel kans je hebt dat je je hand verbeterd, die kans noemen we odds. Je berekent je odds als volgt. De verhouding tussen het aantal kaarten dat de combinatie maakt en het totaal aantal onbekende kaarten is voorbeeld 15 : 47 = 1 : 3,1 = bijna 32 % dat één van de volgende kaarten je hand maakt. Dat is een vrij goed percentage dus in veel gevallen kun je doorspelen. Hou echter wel goed in de gaten of je wel kan winnen als je die hand maakt. Wanneer één van de tegenstanders een betere hand gaat maken met de nog te komen kaarten is het vaak verstandiger om je hand te folden, let dus goed op wat je tegenstander kan hebben.
Het neemt voor je beslissing ook uit hoeveel geld er in de pot zit. Heb je bijvoorbeeld 25% kans om je te verbeteren en moet je € 10 betalen om verder te spelen in een pot van € 100, moet je dus 10% van de pot betalen, terwijl je 25% kans hebt om te winnen, in dat geval speel je dus. Je hebt nu een manier voorhanden om uit te rekenen of je moet spelen of niet. Het zal in het begin even wennen zijn om steeds die berekeningen te maken, maar na een tijdje oefenen gaat dit bijna vanzelf.